“Handelen en wandelen met familie ís mogelijk en als familiebedrijf moet je wel”
Nieuwsbericht
De kans dat bedrijfsopvolging slaagt, is klein. Uit onderzoek blijkt dat het maar liefst zeven op de tien keer mislukt. En dat is dan van de eerste op de tweede generatie – alle volgende generaties hebben nóg minder kans op succes. De belangrijkste oorzaak? Slechte communicatie. Dat kan natuurlijk anders. “Het is de verantwoordelijkheid van de overdrager om het gesprek te openen.”
Aan het woord is Esther Reinders, eigenaar van Zo Ondernemer Zo Zaak. Reinders is opvolgerscoach voor familiebedrijven. Haar missie is om bedrijfsovernames binnen de familie vaker succesvol én in harmonie te laten plaatsvinden. “Samen met mijn man stond ik ooit zelf voor de keuze om het familiebedrijf op te volgen. Uiteindelijk kozen we ervoor om het niet te doen. Op zoek naar ondersteuning bij deze lastige keuze, vond ik alleen informatie over hoe je als overdrager de overname van het familiebedrijf financieel en juridisch goed regelt. Ook ontdekte ik dat de overdrager vaak wél een vertrouwenspersoon heeft, zoals een accountant, maar de bedrijfsopvolger níet. Als coach onderscheid ik me door juist het belang van de volgende generatie te behartigen. Bedrijfsopvolging is namelijk een life event.”
Aandacht voor gevoelens en emoties
“Bij de nieuwe generatie leven andere vragen dan bij de huidige ondernemer”, gaat Reinders verder. “Als opvolger kom je terecht in een bedrijf dat je niet zelf hebt opgericht. Past dat bedrijf eigenlijk wel bij je? Hoe geef je jezelf daar een plek in? En hoe maak je het je eigen? Een overdrager wil vooral zeker weten dat een kind het bedrijf kán, maar vooral ook wíl overnemen. Het is de verantwoordelijkheid van de overdrager om hier het gesprek over aan te gaan, zodat beide partijen hun ideeën en gevoelens kunnen delen. Maar ik merk dat veel ondernemers hier moeite mee hebben. Ze vinden het te spannend, willen hun kind(eren) geen druk op leggen of willen gewoon geen ruzie. En zolang je het er niet over hebt, is het er niet… Alleen is een overname in het familiebedrijf nooit alleen een zakelijke transactie – het is ook een privékwestie. Gevoelens en emoties spelen dus een grote rol. Is daar geen aandacht voor, dan kan het flink misgaan.”
Een leven lang op de reservebank
Als je het Reinders vraagt, kan het gesprek tussen overdrager en opvolger(s) niet vroeg genoeg plaatsvinden. “In sommige gevallen zitten kinderen hun leven lang op de reservebank. Ze werken al jaren mee in het familiebedrijf en hebben de verwachting dat ze het ooit gaan overnemen, terwijl hun ouder hele andere plannen heeft. Of ze hebben een heel ander leven opgebouwd en denken dat van ze verwacht wordt dat ze meteen inspringen als dat nodig is. Ze offeren zichzelf dan vanuit loyaliteit op, om maar het goede te doen voor de familie. Beide gevallen vind ik schrijnend. En het kan voorkomen
worden door simpelweg met elkaar in gesprek te gaan eventueel met hulp.”
Met vertrouwen loslaten als de tijd rijp is
“Ga uiterlijk tien jaar voordat jij als ondernemer wilt stoppen met je kind(eren) om tafel”, gaat Reinders verder. “Stel open vragen: zie jij het wel zitten, ben jij er wel aan toe, waar kijk je naar uit of zie je tegenop? En ben ook transparant over wat er in jóu omgaat. Veel ondernemers zoeken bijvoorbeeld een kopie van zichzelf. Ze verwachten dat hun opvolger eenzelfde leiderschapsstijl en dezelfde waarden heeft. Maar je kunt je kind niet veranderen, en bovendien is er vaak een generatiekloof. Zo zit commitment tegenwoordig niet meer in 24/7 aanwezig zijn – iets wat voor de oudere generatie vaak moeilijk te begrijpen is. ‘Hij loopt de kantjes ervan af!’, hoor ik dan. Ga je over dit soort twijfels open het gesprek aan, dan ontstaat er vertrouwen. Dat helpt om de zaken los te kunnen laten als de tijd rijp is. En geloof mij: handelen en wandelen met je familie is écht mogelijk.”